Geschiedenis

Interview met: Tinus van Leeuwen

Tinus van Leeuwen, nu 93 jaar, is in Harmelen geboren, opgegroeid en altijd hier gebleven. Toen de oorlog begon was hij 14 jaar, net te jong om in dienst te gaan.
Hij kan zich nog de razzia`s herinneren die werden gehouden in het dorp, waarbij ook de jonge jongens vanaf 16 jaar uit hun huizen gehaald werden om voor de Duitsers te werken. Zijn broer Jan zochten ze ook, soms sliepen de broers boven, achter het schotje en werd er in Harmelen rondgevraagd waar de jongens waren. Gelukkig werden ze niet verlinkt in het dorp. Op een dag was er weer een razzia en werden de jongens verzameld midden in het dorp, bij het voormalige gemeentehuis (nu Symons en Dolata). Jan was deze keer ook opgepakt maar hun oom Gert en tante Aagje hadden een kruidenierswinkeltje naast het gemeentehuis (waar nu Jola zit) en hij ging langs de muur het winkeltje binnen en is zo ontkomen. Hij is later ondergedoken bij familie in Montfoort. Tinus ging dan af en toe kleren brengen naar zijn broer. ‘Ik zat op de landbouwschool in Montfoort, in de oorlog mochten we een tijd niet de school in want die was door de Duitsers bezet.

Na de oorlog konden we het laatste jaar school afmaken’. In de oorlog werd het land onder water gezet (de inundatie). Er voer elke dag een schuit van Harmelen naar Reijerscop met mensen uit het dorp om melk te kopen bij de boeren daar. Op een dag kwamen er weer Engelse vliegtuigen over en waren er beschietingen, de schuit werd (per abuis) beschoten en ze schuilden onder het viaduct. Schip
per Klarenbeek, die ging kijken of de kust veilig was, werd doodgeschoten… Ook aan de Putkop, aan het eind van Haanwijk, was er gebombardeerd waarbij de man is omgekomen en zijn vrouw  het overleefd heeft omdat ze onder een tafel was gekropen. Wij, de jongens uit het dorp, moesten voor de Duitsers sleuven graven bij de snelweg zodat, als de Engelsen de auto’s beschoten, de automobilisten in de greppel konden schuilen’. Er waren veel Duitse militairen in Harmelen, ze zaten veelal bij de boeren in de boerderijen en schuren en hadden veel paarden. ‘Wij gingen weleens haver bij hen halen voor het konijn. De officieren zaten bij Stelling. We hadden evacués uit Arnhem in huis, overdag woonden en aten ze bij ons en ‘s nachts sliepen ze bij oom Gert en tante Aagje van de winkel. Er waren ook een aantal mensen in Harmelen bij de ondergrondse, onder anderen Tinus (Martin) Mulder en Konijnenberg hielpen onderduikers. Boodschappen waren op de bon en zij zorgden ervoor dat er ook eten op de bon voor hen was.  Er was een NSB burgemeester aangesteld in Harmelen, die wist er eigenlijk van maar heeft hen nooit verraden.

‘Mijn familie is de oorlog aardig goed doorgekomen, We hadden eten genoeg… Mijn vader was fruitkweker en we hadden veel aardappels, hele schuiten vol,  genoeg om ook weg te geven en te verkopen aan anderen. We hadden thuis een paar geiten, mijn moeder maakte elke dag een geitenkaas. Ook hadden we een koe, een paar varkens, waarvan er elk jaar een werd geslacht. Het vlees werd ingemaakt en bewaard. Verder wat kippen en konijnen en een hond. Als we tegen hem zeiden: ‘Wil je een koekje van Hitler’, dan nam hij het niet aan en als je  zei: ‘Wil je een koekje van de koningin, dan nam hij het wel’. (We hadden hem namelijk geleerd dat hij alleen van de ene hand een koekje aan pakte). We hadden ook tabaksplanten, we regen de bladeren aan een touw  en die gingen met de schuit van Jan van Galen naar Amsterdam, daar werden ze verkocht. In Harmelen was ook iemand die het kon snijden voor pijp of sigaret en als er geen vloeitjes waren werd er krantenpapier gebruikt, maar dat was helemaal niet lekker. Bij de bevrijding gingen de vlaggen uit en waren er overal feesten in de buurt. We gingen al die feesten af, want dat vond Trudi, mijn vrouw (toen mijn vriendin), altijd zo leuk.
Ook werd er een gondelvaart met lichtjes van Harmelen naar Woerden georganiseerd . We zijn zelfs een keer naar Katwijk gevaren. Ook was er een theaterspel in het Vijverbos met een tribune op
de Tiendweg. Samen met Jan van Rooijen ging ik er met de schuit vanuit de Appellaan naartoe en konden we het allemaal vanaf de schuit goed zien. We maakten ook weer uitstapjes vanuit Harmelen, zoals de ‘cruise met de gierschuit ‘, in juli 1945 gingen we met een hele groep een dag naar Amsterdam varen’.

Lotte van den Broek
Naar boven