Wie kent haar niet in Harmelen? Dertig jaar lang werkte zij mee in de huisartsenpraktijk hier en daarnaast maakte en maakt zij zich jarenlang verdienstelijk op
vele terreinen. De geboren en getogen Winterswijkse woont hier sinds 1972. Door haar opgroeiende vier kinderen werd ze al snel betrokken bij activiteiten op school. Ze werd leesmoeder plus, hielp later op de middelbare school in de mediatheek, zat in de commissie faalangst en hielp mee de tweede fase voorbereiden. Als u haar nog niet kende van de dokterspraktijk of de school dan heeft u haar vast wel eens ontmoet bij het Groene Kruis, waar zij in het bestuur zat. Of misschien kent u haar van toneelgroep Harto waar zij al ruim 20 jaar met veel plezier meespeelt. In april volgen weer drie uitvoeringen, deze keer met een stuk geschreven door Haye van der Heyden dat getiteld is Gouwe Handjes, ‘een tragikomedie’, zegt Stien.
Sinds 2004 is zij ook vrijwilligster bij de Zonnebloem. ‘Ik kan niet stilzitten’, zo verklaart zij, ‘en ik kan moeilijk nee zegen’. Bij de Zonnebloem gaat zij mee op reis en verzorgt zij, samen met Gijs de jaarlijkse picknick voor de cliënten. En ook kookt zij samen met hem, een keer per jaar een diner bij Nieuw Batenstein, gefinancierd door de Protestantse Kerken hier. Stien is ook actief in de Stichts-Hollandse Historische Vereniging, die als doel heeft het bevorderen van het onderzoek naar en de belangstelling voor de geschiedenis van het Stichts-Hollandse grensgebied, dat bestaat uit het stroomgebied van de Oude Rijn en de Hollandse IJssel. Heeft zij daarnaast nog tijd voor hobby’s, vraag ik. Een grote hobby is zeilen, ze hebben altijd boten gehad waaronder een skûtsje en deden mee aan wedstrijden voor amateurs. Als ‘meisje van de catering’ verzorgde zij het eten tijdens die wedstrijden. ‘En ik vind tuinieren, musea en theaters bezoeken, lezen en reizen leuk’, voegt zij daaraan toe.
Op haar lijstje van bezochte landen staan: Ethiopië, Argentinië/Chili, Canada/Alaska, India, Marokko, Zuid Afrika, Australie/Nieuw Zeeland, Ijsland, Cuba en Maleisië. Bij het weggaan zie ik de grote foto aan de muur met haar kinderen en elf kleinkinderen. ‘Ik pas ook af en toe op de kleinkinderen’, zegt zij trots. ‘Als er ‘s morgens vroeg vanuit Winterswijk gebeld wordt dat een van de kleinkinderen ziek is, rijd ik er direct naartoe om op te passen’. Een dag later belt zij mij op:
‘O ja, ik ben nog wat vergeten, ik heb ook bij een organisatie gewerkt die congressen in de zorg organiseert, ik verzorgde daar onder andere de congresmappen. En ik was baliemedewerkster bij de tandarts.
Mijn laatste job was bij Boogh in Utrecht’.