Geschiedenis

Pandemieën door de eeuwen heen. (deel 1)

Corona: De hele wereld is ontwricht door een pandemie en ook het dagelijkse leven in Harmelen staat hierdoor op z’n kop. Het jaar 2020 is plotsklaps het jaar van de corona-crisis geworden. Wereldwijd zijn vorig jaar zo’n 1,7 miljoen mensen aan het corona-virus overleden, 0,02% van de wereldbevolking. De gemeente Woerden telde in 2020 25 doden als gevolg van het corona virus, onder wie ook inwoners van Harmelen. De pandemie heeft ons in de tang. Veel kan en kon niet doorgaan. Zo werden de geplande feesten voor 75 jaar bevrijding allemaal geschrapt. Dat doet pijn.

Sinds 1920 is er geen wereldwijde pandemie meer geweest. De verbeterde medische kennis hebben geleid tot minder kindersterfte en griepepidemieën werden onder meer voorkomen door de effectieve jaarlijkse griepprik bij ouderen. In vroegere eeuwen werd elke plaats en streek regelmatig geplaagd door ziekten als de pest, cholera en tyfus, als gevolg van slechte hygiëne en gebrekkige medische voorzieningen. Over deze ziektes leest u in de volgende uitgave, nu blikken we terug op de grootste griepepidemie uit het verleden, namelijk de Spaanse Griep. De pandemie werd Spaanse Griep genoemd, omdat journalisten uit Spanje de eersten waren die er tijdens de Eerste Wereldoorlog over berichtten.

Verschijnselen van de griep waren: hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn. Daarna leed men aan enorme moeheid en flauwtes. Uiteindelijk had men zelfs geen energie meer om te eten, te drinken en adem te halen. Binnen enkele dagen had de ziekte de dood tot gevolg.

Ook in 1918 droeg men mondkapjes, al wist men toen ook niet of het hielp om de pandemie in te dammen.

Spaanse Griep 1918-1920

• De Spaanse griep was in aantal zieken en doden de meest desastreuze epidemie die de mensheid ooit heeft getroffen. Wereldwijd kreeg maar liefst een op de drie mensen deze griep, van wie er volgens schatting 50 à 100 miljoen zijn overleden. In totaal stierf 2.5% tot 5% van de wereldbevolking aan het virus. Ter vergelijking: de Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog kostten respectievelijk 17 en 60 miljoen mensen het leven.

• De eerste patiënt werd geregistreerd in maart 1918 in de Verenigde Staten. Na de eerste wereldoorlog verspreidde het virus zich razendsnel over de hele wereld. De pandemie verdween even raadselachtig als hij gekomen was: begin 1920 was het voorbij.

Een zaal vol zieke mensen

• Op 11 juli 1918 werden de eerste ziektegevallen in Nederland gemeld: grensarbeiders, mijnwerkers en gemobiliseerde soldaten. Vooral de duizenden militairen die dicht opeengepakt in bedompte kazernes leefden, bleken bevattelijk te zijn. Besmette soldaten die met verlof waren – dat mocht gewoon – en terugkeerden naar hun woonplaatsen verspreidden het virus onder de burgerbevolking. Uiteindelijk werd de helft van alle Nederlanders ziek. In Nederland vergde de Spaanse griep ruim 38.000 doden (bijna 4 op de 1000 inwoners). In de Nederlandse Staatscourant van 6 en 7 juni 1919 staat vermeld dat er in Harmelen maar liefst 26 personen zijn overleden aan de Spaanse griep, terwijl Harmelen toen zo’n 1500 inwoners had.

• De gezondheidstoestand in Nederland was in 1918 zorgwekkend als gevolg van de oorlog. Enorme verplaatsingen van mensen in het najaar van 1918 – oorlogshandelingen, troepenverplaatsingen en vluchtelingenstromen – werkten de verspreiding van de Spaanse griep in de hand. Over de oorzaak van de Spaanse griep tastte men in het duister. Artsen wisten in 1918 nog niet dat griep door een virus veroorzaakt wordt, laat staan hoe ze zo’n virus te lijf moesten gaan. Nadat er in 1933 een bijzonder griepvirus was ontdekt, waren er plannen om in Alaska en IJsland lichamen op te graven van mensen die in 1918-1919 aan de Spaanse griep zijn overleden om de oorzaak van het virus op te speuren. Volgens één van de vele theorieën had de pandemie zijn oorsprong in China en werd de griep veroorzaakt door een gemuteerd varkensvirus.

• De Spaanse griep veroorzaakte in 1918 in Nederland grote maatschappelijke ontwrichting. Diensten raakten ontwricht door het grote aantal zieken, ook de Geneeskundige Dienst, de brandweer en de politie. De ziekenhuizen lagen vol en er was een schrijnend tekort aan medisch personeel. In sommige gemeenten konden de doodgravers het werk niet meer aan en lagen doodskisten op elkaar gestapeld op het kerkhof te wachten. Een nationale noodtoestand is nooit uitgeroepen. De overheid liet alles aan de gemeentebesturen over, die niet veel meer konden doen dan de scholen sluiten waar door ziekte veel absenties waren. De geleerden waren het niet eens of een masker voor mond en neus wel zinvol was, omdat bacteriën er doorheen konden komen. De Centrale Gezondheidsraad stelde dat er geen enkele maatregel bestaat, die tegen zo’n besmettelijke, snel uitbreidende ziekte succesvol is. Het dagelijkse leven ging gewoon zijn gangetje, omdat er in andere tijden soms ook veel ziekte was en men de oorzaak niet wist.

• De Spaanse griep had dood en verderf gezaaid. Hele gezinnen waren uit elkaar gerukt. Ouders verloren hun kinderen en omgekeerd. Veel overlevenden wilden er nooit over praten, en ook in kranten en tijdschriften werd er bijna niet meer over geschreven. In boeken over de geschiedenis van Nederland werd de Spaanse griep een voetnoot bij de grote gebeurtenissen van 1918.

Pier Sinia

Website | + berichten
Naar boven